Spel van de week 6 augustus 2024—Hans NijssenIn de hoek waar de klappen vallenHet is zomeravond bridge, de ideale gelegenheid om te oefenen. Wij, Erik en ik, zijn een nieuw partnership en maken daarvan dan ook dankbaar gebruik. Onze eerste resultaten zijn niet om over naar huis te schrijven. Ook afgelopen dinsdagavond zaten we in de hoek waar de klappen vielen. Overdag scheen de zon nog uitbundig, vrolijk meld je je voor de drive en hoop je dat je tegenstanders bevangen zijn door de warmte en minder scherp zijn. Niets is echter minder waar. Onze successen waarover ik deze keer kan schrijven, als vervanger van de vaste recensenten, zijn dan ook op de hand van mijn oude wiskundeleraar op de HBS te tellen. Hij had slechts twee vingers, pink en duim en daartussen kon hij een kolossale houten passer vasthouden en op een zwart schoolbord een vloeiende cirkel tekenen met wit krijt. Met open mond keken we toe. Oude tijden. De klappen vielen voor ons in ronde 5. De stommiteiten begingen we in ronde 4, alhoewel we toch goed begonnen die ronde. Op initiatief van Kees organiseert DBC zomeravond praatjes. De reeks werd geopend met een uitleg over dwang, gevolgd door uitkomen, door de spreker omschreven als het moeilijkste onderdeel van bridge en waar hij (zelfs hij) menigmaal verkeerd greep, gevolgd door het combineren van kansen dat in bijna elk speelplan voorkomt en besloten tot nu toe door een uitleg van de conventie Lebensohl. Ronde 4 begon goed met spel 5, waarop na 2 keer Pas, Zuid opende met 2, Muiderberg. Partner doubleert, Noord past en ik bied 2Sa, met het verzoek ‘red mij’, waarop West de bieding eindigt in 3, dat contract gaat. In mijn lessen, leg ik veel nadruk op discipline bij het bieden. De computer zegt dat 2 plus 1 gespeeld door W het optimale contract is. Zes paren bieden 4, 4 gaan down, zoals het hoort, één zelfs 2 en 2 paren maken het. Tegenspelen lijkt dan ook een mooi onderwerp voor een volgend zomeravond praatje. Spel 6 was de eerste ramp. Jack zegt dat het optimale contract voor NZ is, 4 plus 1. Wij houden ze op contract. Omdat maar liefst 4 paren 6 bieden, niet gek als je samen 36 fitpunten hebt met schoppen als troef en natuurlijk down gaan, scoren we 28%. De ellende begon met spel 7, partner opent met 3Sa, een gambling. Gambling is een afspraak waarvan ik eerlijk gezegd niet houd, ik heb een hekel aan gokken (heb geen poker-face), waar we het nog niet over hebben gehad. Kijkend naar mijn hand, vermoed ik lange dichte klaveren, maar in de overige kleuren heb ik niet overal een dekking. Ik heb dan ook maar één bod, 4. Vervolgens logenstraf ik mijn eigen principes, bied 4, met alle gevolgen van dien. Spel 8 was voor ons te hoog gegrepen. Partner open 1 en Oost volgt met 1Sa (minors), ik volg met 2, west bied 3 en partner 4, einde bieding. We missen een dooie 7 (door niemand geboden, maar iedereen biedt tenminste wel 6). Waar gaat het fout? Iets om samen te bespreken dus niet hier, maar suggesties zijn welkom. De klappen vallen in de volgende ronde. In spel 21 bieden we 4 uit, dat na de start met 2, genomen door de A, 1 down gaat, omdat de leider ook H probeert te incasseren om (later ) weg te werken. Zie je daarvan af en trek je direct troef, dan neemt Noord met de aas, speelt ruiten voor de H van Zuid en geeft Noord een introever met schoppen. De beker was nog niet leeg, in het volgende spel bereiken NZ uiteindelijk 4. Partner opent 1, Noord volgt met 2, wij bieden door tot 4, maar Noord biedt vlot 4, door partner gedoubleerd maar het contract kan niet down. Kwetsbaar tegen niet moeten we blijkbaar toch 5 bieden. De volgende slok is nog zuurder. In spel 23 bieden NZ vlot opnieuw 4 uit. Zes paren blijven steken in een deelscore, waarom niet tegen ons? Eerlijk gezegd weet ik zelf het antwoord wel. Na spel 24 is de beker pas leeg. Na een pas van West opent Noord met 1Sa, ik volg met 2, Muiderberg, waarna NZ eindigen in een 3-contract, dat min 1 gaat, goed voor slechts 38%, ondanks de door mij door de leider in zijn zomeravond praatje geadviseerde neutrale start met troef vanwege je bezit van AV en HT en Ax. In de laatste rond herpakken we ons, met dien verstande dat we op spel 17 nog een lesje in kansberekening kregen want in een sans contract, waarin de linker tegenstander met een kleine start en in dummy Vxx ligt moet je als leider de enige kans nemen als hij niet beschikt over de B en dan ook de V leggen. Waar al die praatjes al niet goed voor zijn en Erik en ik hebben nog wat huiswerk! |
|||
Praatje Hans Nijssen over "Lebensohl / Rubensohl" |