Spel van de week 16 mei 2023—Willem jan Maas
Het is wel een parenwedstrijd hè
Het is echt niet voor het eerst dat ik dit beschrijf, maar toch is het altijd weer interessant hoe weinig veel mensen zich gelegen liggen aan de wedstrijdvorm. In viertallen, Butler of cross-imps gaat het om absolute scores en dus ook om de verschillen tussen jouw score en de score(s) in de rest van het veld. De consequentie hiervan is dat het in een wedstrijdvorm met absolute scores de moeite waard is om kwetsbare scherpe manches te bieden (om en nabij 40%). Ook als je vaker down gaat dan je het maakt kun je nog steeds op de lange duur als winnaar uit de bus komen. In een parenwedstrijd ligt dat allemaal een beetje anders. Omdat het niet gaat om hoeveel je beter of slechter scoort dan de anderen in jouw lijn maar alleen maar om hoe vaak dat gebeurt is de kansberekening in principe veel eenvoudiger. Een manche is goed als deze meer dan 50% kans heeft. Zo simpel is het. Maar er is nog veel meer over te zeggen.
Scherpe manches zijn de moeite niet waard
In een parenwedstrijd moet je koste wat kost de plus beschermen. Dit betekent dat je in biedverlopen waarin je moet kiezen wel of niet naar de manche te gaan best een beetje behoudend mag zijn.
Een aardig voorbeeld vond ik spel 1.
Nadat Noord 3 geopend had pasten zowel Oost als Zuid. West die, al of niet terecht, besloot dat hij dit niet moest laten spelen kwam er in met een informatiedoublet. Oost heeft nu een klassiek probleem. Bieden we 3 of 4? In een wedstrijdvorm met absoute scores is het boven alle kritiek verheven om 4 te bieden. Je wilt zeker de manche niet missen. In een parenwedstrijd is het minder duidelijk. Bied je 4 en heeft partner een minimum dan ga je zeker down terwijl je als je volstaat met 3 de beste kans op een plus hebt. Een lastig dilemma, maar daar zijn preempts voor uitgevonden.
Vroeger had je in de Bridge World een rubriek "You be the judge" waarin een biedverloop en de handen gegeven werden en de vraag werd gesteld wie het meest verantwoordelijk was voor het slechte resultaat op het spel. Wat denkt u van dit spel? Had West niet moeten doubleren, of had Oost geen 4 moeten bieden, of (en dat kan natuurlijk ook) is het gewoon een ongelukkigs samenloop van omstandigheden? Laat maar weten in de reacties.
Only Jesus saves
Een ander groot verschil tussen absolute en relatieve scores is het al dan niet redden. Daar waar het in een viertallenwedstrijd vaak de moeite waard is om voor (laten we zeggen) -300 tegen een kwetsbare manche van de tegenpartij (even er van uit gaande dat de manche gemaakt wordt), is dat in een parenwedstrijd maar zeer de vraag.
Vooropgesteld dat ik hoe dan ook geen voorstander van redden ben, in een parenwedstrijd nog onaantrekkelijker dan in bijvoorbeeld viertallen. Waarom? Eerst de viertallensituatie. Een redding is goed als het contract waartegen gered wordt er in zit, in de praktijk ook gemaakt wordt en de redding minder kost dan wat het contract waartegen gered wordt op had geleverd. Dat is veel gevraagd. Vandaar ook mijn favoriete uitspraak "Only Jesus saves".
In een parenwedstrijd is het nog onaantrekkelijker om te redden want naast de voorwaarden hierboven moet het ook nog zo zijn dat het veld het contract waartegen gered wordt biedt en maakt. Kortom, dat is nog meer gevraagd. Een voorbeeld was spel 17.
Na een pas van Noord opende Oost 2 (zwak met of sterk). West die dacht dat Oost sterk was volstond met 2. Dit was niet zo handig want dit gaf NZ de kans hun koude 4 contract te bieden. West besloot zeer begrijpelijk hiertegen te redden. Op zich een profitabele redding, want 4 is koud. Maar…niemand had 4 geboden en -300 was de nul van de zaal. Goede redding maar toch niet.