Spel van de week 3 november 2020—Egbert Meijer
Kansrekening en speelfiguren
Een wat technisch verhaal deze keer. Het viel mij namelijk op dat velen nog niet altijd de juiste speelwijze kiezen waar het soms om redelijk elementaire speelfiguren gaat en soms wellicht een minder bekende speelfiguur. Hier een paar spellen van de avond.
De optimale speelwijze van de harten kleur is de dubbele snit en niet het Aas slaan. Een aantal leiders werden geholpen door Zuid spelers die de B dekten met de H of V. Dat heeft geen enkele zin. Ik weet natuurlijk niet hoe die leiders zouden hebben gespeeld als er gedoken was. Je kan niet altijd aan tafel precies berekenen wat de beste speelwijze is, maar dit soort elementaire speelfiguren zou toch bekend moeten zijn. De eenvoudiger figuren kan je vaak wel uittellen. In dit geval verliest de dubbele snit t.o.v. het Aas slaan als er KQ sec achter de Aas zit, dat is een van de zes mogelijk 2–2 zitsels, ofwel 1/6 * 41% = 6,83%. Het Aas slaan verliest in vier van de acht mogelijke 3–1 zitsels, namelijk als er ergens KQx zit en de dubbele snit slechts is twee gevallen, namelijk met KQx achter de Aas. Dus slaan verliest t.o.v. de dubbele snit in 2/8 * 50% = 12,5%. Hier komt nog bij 5% zijnde de helft van de 4–0 zitsels. Totale verlieskans slaan t.o.v. snijden is dus 17,5%. Aanzienlijk groter dan de 6,83% van de dubbele snit!
Nog een speelfiguur en die deed niemand goed.
De optimale speelwijze in schoppen is een kleintje naar de K en niet naar de B. Dit moet je een keer gezien hebben of gewoon weten, want al een stuk lastiger om aan tafel uit te pluizen. Er bestaan vele boeken met alle mogelijke speelfiguren en beste speelwijze inclusief berekende percentages succes, maar tegenwoordig kan je natuurlijk ook op het internet terecht. Bijvoorbeeld op de volgende website (http://bridge.esmarkkappel.dk) kun je beide handen invullen en bepalen wat de beste speelwijze is met het percentage kans van slagen. Handig als je een volgend keer wilt nakijken of je het goed hebt gedaan.