Spel van de week 2 juni 2020—Willem jan Maas
Bridgen met slogans
Huh? Wat is dat nou weer? Zoals ik al vele malen heb geschreven kun je nooit behoorlijk bridgen als je alleen maar slogans opvolgt. Zoals "In een troefcontract moet je troeftrekken", "Tweede hand laag", etc. Ook zo'n gebod is dat je als verdedigende partij nooit in de dubbelrenonce moet spelen. Toevallig kwam er dit weekend op Step (in het BlijfThuis toernooi van de bond) een geval voor waar de enig juiste verdediging was om juist wel in de dubbelrenonce te spelen.
Door de bieding hadden Hedwig en ik al een doorslag, want Oost had, correct, besloten dat het beter was de schoppens te snijden dan te slaan. Voor wie het niet meer weet, op het moment dat de tweede schoppen gespeeld wordt en Noord bekent (slag 5) zijn er van Zuid 9 of 10 kaarten bekend 6 of 7, 2 en 1 en van Noord maar 6 of 7 (2 of 3, 2 en 2). De kans dat de V bij Noord zit is dus minstens 60%. Maar het kritieke moment ontstaat in slag 8 als Noord aan slag komt. Dit is een aardige figuur, want als Noord nu klaver speelt kan de leider de 5e klaver opzetten en als hij ruiten speelt kan hij de 5e ruiten opzetten en maakt dus de rest. Maar als Noord in de dubbelrenonce speelt kan de leider geen enkele kleur opzetten terwijl hij wel een troef moet spenderen en moet dan uiteindelijk nog een slag afstaan. Dit is dus een geval dat het spelen in de dubbelrenonce verplicht is.
Hoe kun je dit soort situaties herkennen? Simpel. Als de leider toch al al zijn resterende troeven apart kan maken, en dat kun je meestal wel zien, kan het geen kwaad in de dubbelrenonce te spelen en kan het soms wel wat opleveren.
Vond ik echt een erg leuk spel. Jammer genoeg is het alleen maar interessant in een parenwedstrijd. In butler, wat we nu spelen, kan dit spel zo worden weggegooid. Je maakt een manche en eventuele overslagen zijn niet belangrijk.
Dat gold niet voor spel 17 van afgelopen avond.
Dit was een spel waar veel te halen was als OW het "koude" slam wisten te bereiken. En het slam is werkelijk erg goed, want uit een simulatie blijkt dat je met de OW handen tegenover elkaar maar liefst in 99% van de gevallen slam haalt (double dummy, dat wel). Je moet hier dus in komen. Jos en Jeroen lukte dit tegen ons niet, wat weer een stortinkje in het fonds van onze belachelijke score was.
Wat ging hier eigenlijk mis? Naar mijn mening weinig, maar het resultaat was "belachelijk". Ten eerste, ik ben een fan van het gebruikte antwoorden complex. Maar, ik denk dat je met 3 azen en twee doubletons wel iets anders kunt aangeven dan een minimum zonder singletons. 3, wat (enige) overwaarde toont lijkt mij beter. Is dit erg naar de kaart toe lullen? Valt wel mee. Uit een simulatie blijkt dat als je de antwoordende hand 12–16 geeft met 4 het a priori al in 95% van de gevallen 4, in 76% van de gevallen 5 en in 37% van de gevallen 6 is. Kortom, botweg 6 bieden is niet goed, maar ook niet volslagen idioot. (Ik zou willen dat het slechtste slam waar ik ooit in kwam 37% kans had.)
Jeroen had op zijn beurt wellicht beter kunnen kiezen voor een splinter, dan is de kwaliteit van de fit direct duidelijk. Maar dit was dus een geval waarin beide spelers een enigszins suboptimale aanpak kozen en, doordat ze beiden dezelfde kant op leunden, het resultaat eigenlijk belachelijk was. Geen zorgen! Dit hoort bij het spel, je kunt het niet voor zijn.
Ik ga de wagonlading jammerkreten dat het gebruikte systeem te simpel is voor zijn door te stellen dat je beter een 90% systeem 100% correct kunt spelen dan een 100% systeem 90% correct.
En de tip van de week is, als je je spelpeil wilt verbeteren en dus trainingen volgt en heel veel afspraken maakt, vergeet dan alsjeblieft de basisbeginselen niet uit het oog. "Gewone" spellen zijn nu eenmaal het leeuwendeel van de spellen die je tegen komt.