Spellen van de Week

Spel van de week 24 maart 2020—Willem jan Maas

DBC op BBO (take 2)

Drijfveren

Waarom zijn mensen lid van een bridgeclub? Voor de hand liggend antwoord, omdat ze bridgen leuk vinden. Dat klopt, maar dat is echt niet het enige. Er zijn ook legio mensen die hoofdzakelijk naar de bridgeclub komen voor hun sociale contacten en voor wie het bridgen eigenlijk maar bijzaak is. De eerste groep wordt in deze tijden van quarantaine uitstekend bediend door BBO, het is even wennen maar het bridgen gaat online prima. De tweede groep heeft het extra zwaar omdat er online minder te kletsen valt en je sowieso niemand ziet. Ik zou dus bijna zeggen, laat ook deze mensen eens iets van je horen.

Spel van de week

Voor de schrijvers van de spellen van de week is het spelen op BBO een werkelijke goudmijn. Je kunt namelijk van alle tafels alle spellen bod voor bod en kaart voor kaart volgen. Dat zet wat druk op de schrijvers want het is nu nog moeilijker dan anders om een technisch punt te maken zonder iemand in zijn of haar hemd te zetten. Daarom zou ik iedereen willen oproepen eventueel commentaar niet persoonlijk op te vatten.

Dat gezegd hebbende, zoals u weet zeg ik altijd dat je bij bridgen moet tellen, tellen en nog eens moet tellen. Dat is waar, maar ook niet alles, want zo nu en dan helpt het ook enorm om je in te leven in leider of tegenspelers. Neem nu spel 9.

Bij ons aan tafel deed ik het als Zuid niet goed door tegen 4, wat onherroepelijk 1 down is, te redden met 5. Ook nog twee down voor een verdiende 19% score.

Noah speelde als Oost het superieure contract van 4 waartegen zuid begon met 3 rondes klaveren. De derde klaver was voor Noord omdat Oost die inzag dat het misschien verstandig was om niet kort in de hand te worden niet troefde maar H weg deed.

Nu was het de tijd voor Noord om te tellen, maar vooral om zich te verplaatsen in de leider. Waarom troefde hij niet? Blijkbaar deed hij dat liever niet. Nu heb je zelf vier troeven en het lijkt dus niet al te ingewikkeld om te zien dat dat ook direct het probleem is. De leider heeft er ook vier en is blijkbaar bang dat hij zijn hartens niet meer hoog krijgt als hij troeft. Dit is goed bedacht want er zullen ook hele volksstammen zijn die achteloos de derde klaver troeven om er vervolgens achter te komen dat het contract niet meer gemaakt kan worden.

Nu heb ik het op deze plek regelmatig gehad over de regel van Confucius ("Wat goed is voor de ene partij is niet goed voor de andere", ook wel "als beide partijen dezelfde kleur spelen heeft een van beide het bij het verkeerde eind") en moet de conclusie zijn dat als de leider blijkbaar niet wil troeven je hem als tegenspeler juist moet laten troeven. Het is evident dat dat kan door ruiten na te spelen. Onze Noord in kwestie zat echter helemaal niet in het spel en speelde een troefje na in slag 4 waarop de leider vrolijk pakte de hartens vrijtroefde en troeftrekkend in de hand kon eindigen. Toch denk ik dat de juiste verdediging gevonden moet worden.

Een aardige demonstratie dat je bridge niet (alleen) met een telraam speelt vond ik ook spel 4.

Het bieden ging zoals je kunt zien in het diagram. Na de 1SA opening kon ik als Zuid niks doen en paste dus maar waarop Niek 2 bood (aangevende een sign-off in een minor of mancheforcing met een minor). Hein bood 3 (verplicht) en ik had een aardig idee wat voor soort hand Niek had en besloot een informatiedoublet te geven. Nu lag de drol nadrukkelijk op het bord van Hedwig en die deed wat van haar verwacht werd ze bood iets, 3. Hein doubleerde en het spel ging kansloos 1 down voor een volledige nul.

Waarom nu toch al die inkt besteed aan dit spel? Ten eerste had ik veel beter kunnen passen op 3, want double dummy gaat dit zelfs 3 down. In de praktijk is dit gevonden door Arianne en Jaap, chapeau! Nee, ik vind niet dat Hedwig had moeten passen, al is het alleen maar omdat ik het leuk vind als mijn partners "take out my take-out doubles".

Maar, minstens zo belangrijk, Hein had ook veel beter kunnen passen op 3. Dat gaat altijd down (en dat verwacht hij ook wel) terwijl hij niet verwacht dat 3 er in zit, en 3 ongedoubleerd 1 down is goed voor meer dan 90%. Maar als Hedwig nu had gedacht dat de hartens blijkbaar niet zaten en "dan maar" 3 had geprobeerd, dan was mijn hele gerommel toch nog goed afgelopen. 3 kan namelijk niet down en dat was goed geweest voor 58% en, indien Hein uit ergernis of frustratie weer gedoubleerd zou hebben, 92%.

Zo zie je maar, het is, zeker in een parenwedstrijd, niet nodig om altijd het onderste uit de kan te halen, want soms krijg je dan het deksel op je neus.