Spel van de week 10 maart 2020—Willem jan Maas
De geest van Wim
Toen de computergegenereerde spellen op DBC werden ingevoerd werden deze gegenereerd door Wim Lotgering. Eerst op zijn PET computer, later op een "gewone" PC verbonden met een dupliceermachine. Nu weet iedereen dat computergeschudde spellen doorgaans heel wat wilder zijn dan spellen die met de hand geschud zijn. Dit komt overigens niet doordat de computer iets bijzonders doet, maar omdat mensen notoir slecht schudden. Als de computer schudt gaat de statistiek erg goed op, als de mens schudt zijn de spellen doorgaans veel vlakker. Daar waar als je vijf kaarten in een kleur mist deze in 68% van de gevallen 3–2 zitten is dat in (slecht) handgeschudde spellen eerder 80–90%. Ook hebben oude vuistregeltjes als "de vrouw zit altijd achter de boer" hun oorsprong in het schudden met de hand. In het gegeven voorbeeld komt dat omdat er een goede kans is dat bij de vorige keer dat het spel gespeeld werd de boer gedekt is door de vrouw. Schud je dan slecht, dan zitten boer en vrouw nog steeds naast elkaar en zit de vrouw dus achter de boer. De computer echter schudt echt en daarmee verdwijnt dus de "onderbouwing" van dit regeltje.
Maar ja, toen er dus pas met de computer geschud werd, werden de spellen als erg wild ervaren, wat menig DBC'er wel eens in frustratie deed uitroepen "waar is Lotgering?" Dat de arme man er ook niks aan kon doen werd gemakshalve maar vergeten.
Waar is Lotgering?
Een lange introductie voor het verhaal over gisteren. Er waren weer bijzondere spellen bij. Wat dacht u bijvoorbeeld van spel 14.
Eerste hand niet kwetsbaar, wat doe je met de Oost hand? Om te beginnen moet je de neiging om "waar is Lotgering?" te roepen onderdrukken. Verder moet je je realiseren dat er geen wetenschap bestaat voor dit soort handen. Iedereen die dit ontkent jokt. Dus als iemands antwoord begint met "in ons systeem…" moet je onmiddellijk ophouden met luisteren. Ik denk wel dat je, omdat je heel veel aanvallende maar bijna geen verdedigende kracht hebt, niet op 1 niveau moet openen. Hoog in de boom zou mijn advies zijn.
De tweede vraag is natuurlijk of je partner voorkeur moet laten geven. Hier kan een simulatie uitkomst bieden. De eerste was geef partner 1 en 4 of meer . Wat blijkt? Het is 5 in 98% van de gevallen en in 83% van de gevallen zelfs 6. In klaver maak je minder, namelijk 5 in 93% van de gevallen en maar in 62% van de gevallen 6.
Als partner 3 en 1 heeft, dan zijn deze percentages lager, 5 in 81% van de gevallen (6 in 42%) en 5 in 69% van de gevallen (6 in 35%).
Heeft partner 2 en 1 dan geldt: 5- 32% (6 6%) en 5- 30% (6 8%).
Het lijkt dus best nuttig om partner mee te laten beslissen. Ik heb dat niet gedaan en "gewoon" 5 geopend. Later dacht ik dat het misschien de moeite waard zou zijn om te kijken of partner wellicht voorkeur voor klaver had. Misschien maak je dan wel vaak slam. Dat bleek niet het geval, dus ik sta nog steeds achter mijn openingskeuze.
En ja, ik weet dat er (niet veel) handen zijn waar je 7 maakt en down gaat in 5, maar dat negeer ik.
De les van Larry
Toen Larry Cohen, u weet wel die van de Law, ooit eens gevraagd werd naar het spel waar hij het meest een hekel aan had, wist hij een spel te vertellen uit de finale van een wereldkampioenschap paren. Een kampioenschap overigens wat hij net niet won. Het bieden ging links 1SA, rechts een transfer naar , links 3 en doublet (informatie) bij partner. Dat was een prima biedverloop, vooral omdat Cohen een dijk van een strafpas (3 down, 500) had. Echter, er gebeurde iets bijzonders, rechts redoubleerde en nu hadden Larry en zijn partner de afspraak dat pas niet langer betekende "dat wil ik spelen", maar "kies zelf maar, ik kan er niet uit". Zo werd -1000 in een oogwenk +200 voor de tegenstanders. Niet zo handig zult u zeggen, maar de afspraak is ook in strijd met alle logica (hij werd later ook veranderd). Als je wilt tegenspelen kun je maar één ding doen na het redoublet en dat is pas. Als je eruit wilt kun je al het andere doen, dus de afspraak is eenvoudigweg verkeerd om.
Waarom vertel ik u dit? Nou wij speelden tegen een paar waarvan een van de leden op de systeemkaart had gezet dat na een conventionele double op 1SA van hun het gewone systeem gespeeld werd, terwijl na een strafdouble alles echt werd. De partner vond het niks en zei iets van "dat doen we niet hoor, dat kan ik niet onthouden, we doen gewoon wat we altijd doen". Nu ben ik de eerste die een voorstander is van een set afspraken die je goed kunt onthouden, maar vooral vind ik dat je geen afspraken moet maken die strijdig zijn met de logica van het spel. En afspraken die er voor zorgen dat je niet op 2-niveau kunt ontsnappen als de 1SA van de partner voor straf is gedoubleerd zijn precies dat. In strijd met de logica van het spel.