Spel van de week 13 november 2018—Willem jan Maas
Verhalen uit de oude doos
In de jaren dat ik het spel van de week schrijf heb ik u diverse verhalen uit de oude doos voorgeschoteld. Bridge zag er vroeger heel anders uit. Een voorbeeld, zegt u? Een biedverloop als
1 | 1 |
2 |
had een enorme range in zowel kracht als distributie. In kracht, omdat 3 in plaats van 2 forcing was, in distributie omdat je met (bijvoorbeeld) xx Hxx Axx AVxxx geen 1SA herbood, maar 2. 1SA herbieden werd beschouwd als zelfmoord vanwege de kleine doubleton schoppen. In het biedverloop hierboven bood je echter ook 2 met x AVxx Axx HVxxx (3 was forcing weet je wel). U begrijpt daar kwam voor de maat nog wel wat gokwerk aan te pas. Nu waren die old-timers er wel voor toegerust deze problematiek tot een goed einde te brengen. Met de eerste hand bood je op een normale toon 2 en met de tweede klonk het 2 bod aanzienlijk vrolijker. Had je een nog rottere hand, dan klonk het 2 bod alsof er net iemand overleden was. En je kon van die gasten zeggen wat je wilde, dit soort details ontging ze niet. Voordat u nu opgelucht adem haalt en bij uzelf denkt dat dat soort dingen tegenwoordig gelukkig niet meer voorkomen, bedenk dat er nog steeds veel gebeurt wat het daglicht niet kan velen.
1 | 1 |
1 |
In het biedverloop hierboven kun je 1 in tempo neerleggen, maar je kunt ook met veel misbaar je hand op tafel leggen een paar keer nadrukkelijk puffen en dan 1 neerleggen. Om een of andere reden denk ik dat er in het tweede biedverloop geen evenwichtige hand met 13 punten komt. U wel?
Maar goed, terug naar de old-timers. Omdat het bieden nog niet zo ver ontwikkeld was als nu, kon je ook nogal wat bereiken door kleuren te bieden die je niet had. Heb ik u wel eens het verhaal verteld van de "gemiste" 6–6 fit schoppen omdat allebei de partners schoppen boden, maar ze van elkaar niet geloofden dat ze die kleur ook echt hadden?
Het was zo gebruikelijk om te psychen dat in het oorspronkelijke EKAS zelfs bepaalde biedverlopen specifiek bedoeld waren om achter een psych te komen. Voordat u nu denkt "Leuk! Dat ga ik ook doen.", dat mag tegenwoordig niet meer. Je mag wel psychen, maar je mag geen bijzonder mechanisme afspreken wat er voor bedoeld is om er achter te komen of er gepsycht is.
Het was leuk en spannend, maar niet echt effectief, en dus zie je mensen tegenwoordig niet meer vaak psychen. Er zijn eigenlijk maar twee uitzonderingen. Bluf controlebiedingen (op een kleine doubleton bijvoorbeeld) en na een informatiedoublet van de tegenstander,
1 | DBL | 1 |
Een dergelijk 1 bod gebeurt nog wel eens zonder schoppens om het de tegenstander moeilijk te maken. Om deze reden speel je hier dat doublet door de 4e hand een vierkaart schoppen aan geeft (met waardes) en een 2 bod vijf of meer schoppens met waardes.
Ben je dat allemaal even kwijt, zoals onze tegenstander overkwam op spel 20, dan kan het volgende rampscenario zich voordoen.
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
1 | |||
DBL (1) | 1 | DBL (2) | 2 (3) |
2 (4) | pas | pas | pas |
- Zuid vond zichzelf "te sterk" voor 1 (???????)
- Na het, toegegeven zwakke, bod van West dacht Noord nu "negatief" te doubleren.
- Ik hoor nu met een driekaart steun te redoubleren, maar had toch het idee dat 2 verstandiger was (de schoppens zitten toch slecht).
- Zuid, die dacht dat de DBL van Noord straf was, bood nu zelfstandig zijn hartens en gaf daarmee in zijn optiek een sterke hand aan. Noord, die nog steeds negatieve doubletten met zichzelf speelde, dacht dat Zuid de hartens steunde en vond het wel weer genoeg.
Zo kwam het dat door niet te psychen een koude 5 in twee gespeeld werd.
Even los van welk spel dan ook. Is het u overigens wel eens opgevallen dat mensen die hun hand schromelijk hebben onderboden hun hand altijd kwalificeren in termen van "puntjes" en mensen die waanzinnig hebben overboden het hebben over "punten" of liever nog "prachtige punten"? Het verschil tussen "Ik had ook maar 10 puntjes" en "Ik had 10 prachtige punten" ligt hoofdzakelijk aan het resultaat. In het eerste geval een aantal nutteloze overslagen, in het tweede geval ten minste een downslag.
Na afloop sprak ik Iwan Doyer, en die zat te mijmeren over spel 17. Hij wist niet zeker wat de beste speelwijze was voor overslagen. Wat bleek? Hij zat in 3SA als Oost.
Los van het feit dat het gegeven de wedstrijdvorm volkomen oninteressant is of je 9, 10 of 11 slagen haalt (in het onderhavige geval allemaal goed voor +10), moet het je toch ook opvallen dat het veel betere 4 contract kansloos is. Met de gegeven OW handen maak je 3SA in 18% van de gevallen en 4 in 92% van de gevallen. Niet zoals de kaart ligt. Dan is 3SA door West koud (Iwan zat natuurlijk Oost) terwijl 4 hopeloos is. Maar als je dan toch 400 binnenharkt, dan haal je ineens +55. Mooi hoor.