Spel van de week 15 mei 2018—Willem jan Maas
Van gambieten en freaks
Gambieten
In het algemeen kunt u er op rekenen dat ik vrij vlot ben met het spel van de week. Toch kan het nog sneller. Toen ik vanochtend mijn email opende trof ik daarin een bijdrage van Kees van der Weijden. Tegen zoveel enthousiasme kan ik niet op, en ik wil het u ook niet onthouden, want ik vind het erg leuk dat ook anderen zich met het spel van de week bemoeien. Daarom hier zijn stukje.
Freaks
De deelcomputer had er weer zin in. Zo had je op spel 21 als Oost een 7–5, en wat voor een 7–5.
Gelukkig opende Noord bij ons geen 2, omdat die dat systematisch niet kon of niet wilde, dat vertelt de historie niet. Dus ik kon beginnen zoals ik wilde. De Oosthand voldoet zeker aan één van de criteria voor een mancheforcing opening. Dit criterium is "als partner een poploze 4–3–3–3 heeft, is het dan een manche?" Het antwoord op deze vraag is zeker ja. Tegenover 4 hartens is het vrijwel zeker 4, heeft partner een vierkaart klaver, is het "altijd" 5, en tegenover 4 of maak je eigenlijk nog steeds "altijd" 5.
Uit een simulatie blijkt dat je met de Oost hand tegenover 4–3–3–3 (poploos) maar liefst in 98% van de gevallen 4 maakt.
Tegenover 4–3–3–3 (poploos) volgt uit de simulatie dat je in 5 in 99% van de gevallen maakt. Overigens maak je in dit geval ook nog 4 in 90% van de gevallen.
Tegenover 4–3–3–3 of 4–3–3–3 (poploos) volgt uit de simulatie dat je in 5 in 76% van de gevallen maakt en 4 in 87% van de gevallen.
Kortom, de Oost hand is zeker een mancheforcing opening waard. Toch heb ik dat niet gedaan omdat ik de kans op rondpassen van een 1 opening zeer klein achtte en omdat een sterke opening nog wel eens als een rode lap op een stier werkt en de tegenpartij aanzet tot allerlei onwelkome activiteit. Hierdoor ging het bieden bij ons
Noord | Oost | Zuid | West |
---|---|---|---|
Robbert | Wj | Egbert | Hedwig |
Pas | 1 | 1 | pas |
1 | 2 (1) | 3 | 4 (2) |
4 | 6 (3) | einde |
Nog steeds rustig, met een 1–0 in hun kleuren dacht ik niet dat het hier ooit bij kon blijven. Zoals Alvin Roth altijd placht te zeggen "if I survive this round of bidding …"
Dat is wel een stoer bodje, maar Hedwig vindt dat als je partner in zijn eentje je vijfkaart biedt je "altijd" een keertje moet steunen.
Feitelijk idioot, maar ja, als je partner 4 aardige hartens heeft is het eigenlijk "altijd" slam. Maar ja, op 1-niveau openen en dan als je partner een keer steunt doorrossen naar slam is eigenlijk heel raar.
De tegenstander vond niet dat ze moesten redden, en ik ben het daarmee eens. Ten eerste weet je niet of het er in zit, ten tweede weet je niet of je niet teveel down gaat.
Over dat teveel down gaan is nog wel wat te zeggen. Je zult vast niet meer down gaan dan het slam waard is, maar in een parenwedstrijd is redden tegen een slam vaak niet goed omdat je er dan op gokt dat "het veld" het slam biedt en dat hoeft zeker niet zo te zijn. Een redding is daarom alleen goed als het minder down gaat dan de manche.
Op dit spel gaat 6 door Noord 2 down (–500), teveel dus, maar…
Als tegen de hartenmanche niet met A wordt uitgekomen maak je 510 in de manche en dan is de redding voor 500 weer prima. Thijs en Geert haalden derhalve met hun redding 12 van de 14 punten.
Overigens is, zoals de kaart op tafel komt, 6 een aanzienlijk slechter contract dan 6 (double dummy maakkans van 43 tegen 72%), maar ja, als je in 6 gedoubleerd wordt doen deze percentages er niet echt meer toe. Je haalt dan "gewoon" 14 van de 14 punten. Het OW paar ten slotte dat 4 doubleerde en geen enkele slag wist te halen, kwam uiteindelijk toch nog aan de goede kant van de score uit met 8 van de 14. De ultieme stripe tailed ape double. Het blijft een fascinerend spel dat bridge.
Tot slot de rangen en de standen. In de A-lijn leiden Cor Lamain en Anne-Marie Visser het pak, op de voet gevolgd door Jaap Brulleman en Kees Schipper. In de B-lijn ook twee koplopers, Pieter Hilferink en Leo van Leeuwen gevolgd door Rob Jagroop en Joop Meijs.