Spel van de week 31 januari 2017—Willem jan Maas

Alternative facts

Het meest intrigerende spel van afgelopen dinsdag vond ik spel 23. Het spel is 16 keer gespeeld en er is vijf keer 6 geboden. Goed gedaan. Jammer genoeg moet je voor 6 in Zuid de hartens goed doen, omdat je anders geen 12 slagen hebt.

Spel 23	Noord
Z/Allen	V96
	A962
	A62
	AB10
B10752		H43
		V853
HB843		V1097
842		75
	A8
	HB1074
	5
	HV963

Doe je de hartens goed, dan heb je 12 slagen (1, 5, 1 en 5), anders elf. Geen verhaal, zou je denken. Als West de verleiding heeft weerstaan om te bieden sla je harten AH en ga je down als je met de H begint en haal je het als je met de A begint. Toch? Dus niet! Om te beginnen gaan er twee paren twee down in 6 (huh?) en ten tweede haalt er maar één paar 12 slagen (in slam). Dat was tegen ons, en de leider begon met een troefje naar de A. Dat is waarschijnlijk gelukkiger dan dat de leider zich realiseert aangezien het beter is om met de H te beginnen. Waarom? daar kom ik later op terug. Maar nu eerst een klein uitstapje naar de theorie.

Stel, je hebt

V43

A10876

B42

V3

Links opent 1 en je partner zegt doublet, rechts past. Er is nu een hardnekkig alternative fact dat een informatiedoublet op een openingsbod in een hoge kleur een soort volgbod op een vierkaart in de andere hoge kleur is. Het maakt voor de mensen die deze onzintheorie aanhangen niet uit hoe de hand er verder uit ziet, als ze maar een vierkaart in de andere hoge kleur hebben. Dus, voor aanhangers van deze zienswijze is

HB93

B76

HV42

H7

een uitstekend informatiedoublet na een 1 opening, ze doen dit dan ook, en komt

HB9

B

V10963

AB84

niet in aanmerking. Omdat die gasten toch iets willen doen met de tweede hand nemen ze dan al gauw hun toevlucht tot een Rotterdams volgbod (daar is-ie weer). Het gaat hier allemaal om spel 5.

Spel 5	Noord
N/NZ	652
	92
	H75
	109762
HB9		V43
B		A10876
V10963		B42
AB84		V3
	A1087
	HV543
	A8
	H5

De ene Rotterdammer volgde na een 1 opening van Zuid met 2 waarop zijn partner 2SA bood wat precies gemaakt werd voor een hele goede score (Rotterdam–Rest van de wereld 1–0). De andere Rotterdammer zag zijn partner na een 1 opening van Zuid een informatiedoublet geven, verwierp het volstrekt normale 1SA antwoord en koos voor de "zekere" 4–3 fit in schoppen met een 1 antwoord (paar punten meer, troefje minder). Nu wonen er ook mensen niet in Rotterdam, dus de zekere 4–3 fit bleek hier een 3–3 fit. De behaalde 80 was een zeer slechte score (Rotterdam–Rest van de wereld 1–1).

Dus nou even een hele snelle crash course "informatiedoubletten voor beginners". Een informatiedoublet belooft steun in alle ongeboren kleuren (3+ kaart) en vraagt partner de speelsoort te kiezen. De antwoorden zijn ook niet zo ingewikkeld, met 0–7 bied je je langste ongeboren kleur op het laagste niveau, niet 8–11 spring je (desnoods in een vierkaart), of bied je 1SA en met 12+ doe je een cuebod. Dat je de voorkeur geeft voor het antwoorden in een hoge kleur boven het antwoorden in een lage kleur komt niet omdat je partner die zeker heeft, maar omdat in een major het grote geld (lees, de manche) te halen is. Dat het 1SA antwoord opbouwend is komt omdat je partner daar niet op zit te wachten. Met zijn informatiedoublet gaf hij de boodschap "ik wil graag meedoen in de bieding, maar kan zelf geen kleur kiezen".

Waarom beginnen met de H?

Er is eigenlijk maar één reden om geen AH te slaan en dat is wanneer je ziet dat de kleur 4–0 zit. Daarom is het beter om met de H te beginnen omdat het waarschijnlijker is dat Oost de renonce heeft. Het is met de kans (als je een renonce moet taxeren) om die te taxeren bij de partner van degene die op 1-niveau iets had kunnen doen, maar dat nagelaten heeft. Met een renonce is het immers aantrekkelijk om te bieden.

Maar ja, evenals de opwarming van de aarde is dit in sommige kringen "ook maar een mening".