Spel van de week 17 mei — Bas van der Hoek
Parenbridge is een raar spelletje
Vele viertallenspelers vinden paren eigenlijk geen echt bridge. Enerzijds moet je behoudend manches bieden en voor je plus gaan, anderzijds moet je krankzinnige risico's lopen om de vijand eentje op te drijven. Je deelt regelmatig speculatieve doubletten op kwetsbare deelscores uit in de hoop op de magische plus tweehonderd. In je jacht op overslagen ga je soms down in een koud contract. Bij tegenspel zie je soms af van de enige downkans als dat te vaak een overslag weggeeft. Kortom, paren is vaak tegendraads met wat je geleerd hebt.
Gisteren werd dit gedemonstreerd op spel 6:
Contract: 3SA
Noord | |
---|---|
AB1094 | |
5 | |
108642 | |
H3 | |
V8 | |
V3 | |
HVB5 | |
AB987 |
Vaak heeft Zuid met 1SA geopend en Noord heeft een tikkie optimistisch na een transfer de bieding besloten met 3SA. Op verschillende tafels mocht Zuid in slag 1 V maken na een uitkomst onder Aas-Heer (bij ons ging het Aas, kleine harten na). Pfffff, de eerste horde is genomen, en als zowel de schoppen- als de klaversnit goed zitten en 1 kleur rond heb je 3SA gemaakt. Dus je pakt V en… wacht! Wat zijn eigenlijk je kansen? Twee snits goed en of rond, lijkt op iets als 20% kans. Als een snitje fout zit ben je 2 down bij 80% van de zitsels. Als je meteen ruiten speelt ben je maar 1 down, maar je hebt geen enkele kans om 3SA te maken. Toch moet je bij paren moedwillig je maakkansen vergooien en veilig op 1 down spelen door Aas af te geven, omdat je vier maal vaker twee down gaat als je 3SA probeert te maken. In viertallen is het andere koek: je snijdt je tot je een ons weegt en als je daardoor eentje meer down gaat is dat geen ramp.
1 leider (guess who) speelde laf doch wijs en ging 1 down, de rest ging minus twee. Een bijkomend argument: op andere tafels start de tegenpartij misschien met harten Aas-Heer en dan nemen ze de eerste zes slagen mee. Van die tafels win je dus. Bovendien speel je gelijk met de paren die accuraat 5 bieden en 1 down gaan omdat Heer fout zit. Kortom, hoop niet op een wonder en ga als een lafaard 1 down.
Vier A-lijn macho-paren zaten in deze belachelijke 3SA, in de B-lijn niemand (!), hier boden NZ meestal naar de superieure - of -contracten.
Het hele spel:
Spel 6 | Noord | |
---|---|---|
E/EW | AB1094 | |
5 | ||
108642 | ||
H3 | ||
53 | K762 | |
AK642 | J10987 | |
A97 | 3 | |
Q52 | 1064 | |
V8 | ||
V3 | ||
HVB5 | ||
AB987 |
Op spel 7 zit je als West in 6 (spel kwartslag gedraaid omwille van de leesbaarheid)
Spel 7 | Oost | |
---|---|---|
N/Allen | AB7 | |
7 | ||
432 | ||
AV10976 | ||
52 | 109864 | |
K86432 | B1095 | |
Q97 | 86 | |
82 | H5 | |
HV3 | ||
AV | ||
AHB105 | ||
B43 |
De leider Jan van Namen nam de beste kans voor zijn contract. Na klaver uit voor de Heer en ruiten na, nam hij Aas, trok troef, sloeg ruiten Heer en nam de -snit: twee down want V werd ook meegenomen. Prima gespeeld, want je neemt de kans mee op V tweede (twee-vijfde van alle 2–3 zitsels=27%) en in de overige 73% Heer goed (is de helft van 73%=36,5%, tezamen 63,5% kans op je contract).
Parenbridge is een wreed spel: je neemt de beste kans voor contract en je wordt gestraft met twee down voor een zaalnul. Maar er is een betere speelwijze: je trekt troef, slaat Aas-Heer, en speelt al je - en -winners eindigend op tafel. (Noteer dat de 4 op tafel een dwangkaart is.)
| |
7 | |
4 | |
6 | |
AV | |
B | |
Als je nu 6 uit de dummy speelt kan jezelf B kwijt, maar rechts komt in dwang als beide snits goed zitten en links als beide snits fout zitten (H moet sec worden gezet of V moet worden weggegooid). Je speelt nu naar de Aas (met schietgebedje voor beide snits fout of beide snits goed) en als je wens verhoord wordt gaat Heer vallen. In de helft van de gevallen zitten de rode honneurs evenwel verdeeld en dan ben je 1 down. De kansen op je contract zijn nog steeds de voornoemde 63,5% maar je gaat nooit twee down. Ik moet toegeven dat ik dit aan de tafel niet had gevonden, ik had het contract net zo afgespeeld als Jan deed.
Zoals je verwacht bood bijna iedereen dit uitstekende slam, meestal down.
Als je om de impen speelt heb je wel eens een gemakkelijke avond met weinig beslissingen, bij paren heb je dat nooit, omdat je veel meer variabelen hebt. En daardoor heb je ook veel meer beslissingen te nemen. Dat maakt paren een leuk, zei het soms irrationeel, spelletje (zoals het eerste spel, je moet afzien van een kleine maakkans om extra downslagen te vermijden).
Ten slotte nog een parenbridge-raadseltje: stel dat je zeker weet dat op iedere tafel een potdichte 6 is geboden en dus is gemaakt, moet je dan op dat spel een speculatieve 6SA bieden die 60% kans heeft? Ja, je moet 6SA bieden, van de tien spellen heb je dan vier nullen en zes toppen, dus je komt in de plus. Vreemd spel hoor, dat paren…