Spel van de week 12 april — Bas van der Hoek
Haastige spoed is zelden goed
Deze tegeltjeswijsheid is vaak van toepassing in bridge. Ter illustratie van dit gezegde zie spel 3 waar Noord heeft:
B109 |
A983 |
AHV1074 |
– |
Het gaat pas, pas en je opent 1, links volgt 1 en partner biedt 1SA, rechts past. Op menige A-tafel is nu lui en haastig 3SA met deze hand geboden, klaver uit, 1 down. Het hele spel:
Spel 3 | Noord | |
---|---|---|
Z/OW | B109 | |
A983 | ||
AHV1074 | ||
– | ||
42 | H8753 | |
V1042 | 76 | |
B3 | 2 | |
AB943 | HV1087 | |
AV6 | ||
HB5 | ||
9865 | ||
652 |
Noord | Oost | Zuid | West |
---|---|---|---|
1 | 1 | 1SA | pas |
3SA | einde |
In de A-lijn is zeven keer 3SA geboden en zes keer was West zo verstandig uit te komen voor 1 down. Pijnlijk om down te gaan in 3SA, terwijl het een potdichte 6 is. Alleen Geelen-Visser wisten 3SA te vermijden en kwamen in 5, bravo!
Waarom die haast in Noord om 3SA te bieden? Krijg je Airmiles als je snel in 3SA komt? Of begint het boek dan bij vijf? Links zit een volgbod en partner belooft een -stopper en je hebt zelf B109, dus West heeft vaak een singleton of kleine doubleton. West moet klaverlengte hebben en kan daar zo maar eens mee uitkomen. En er lijkt geen enkele reden tot haast, de kwetsbare tegenstander gaat vrijwel zeker verder passen. Je kan veel beter je kaart vertellen door 2 (reverse, forcing) te bieden. Dit houdt de weg open naar 5 (of 6) ruiten. Na 2 moet zuid iets slims doen. Hij kan beredeneren dat partner geen sterke 5422-hand heeft, daar kan je vaak beter 2SA of 3SA mee bieden. Noord heeft ook enige schoppenlengte, want met korte schoppens had Noord 2 kunnen bieden, bovendien zijn Oost-West erg stil en hebben vast geen schoppenfit. Alles wijst op korte klaveren in Noord. Het beste bod in Zuid lijkt me nu 4 : maximum, -steun, primaire waarden, geen belangstelling voor 3SA. Daarna kan Noord slam bieden, maar je komt in ieder geval in 5.
In de B-lijn werd beter geboden, maar slechter uitgekomen. Twee paren zaten in 3SA (beide keren gemaakt, geen uit door West). Vijf paren zaten in een -contract, soms niet in de manche maar altijd stukken beter dan de haastige A-lijners.
Op spel 4 werd een andere haastklus kundig uitgevoerd door mijn partner Iwan, die op hetzelfde spel nog werd overtroffen door Geert van Dort. Ze hadden:
AHV5 |
AV72 |
9862 |
B |
Op de tweede hand openden ze 1. Partner biedt nu het enige bod wat je een rebidprobleem geeft: 2 (echt en mancheforcing). Wat nu? 2 geeft eigenlijk een vijfkaart aan (met 4s) en voor 2SA (12–14 evenwichtig) heb je te veel. Geert en Iwan boden gehaast 3SA. In ieder boek betekent dat 18–19 evenwichtig (met 15–17 had je 1SA geopend en met 12–14 had je 2SA herboden). Vervolgens kwelt je partner (Bas of Thijs) je met een 4-bod. Hoe verzinnen partners het? Geert had de meeste haast en sprong naar 6 met zijn 9862. Iwan had tenminste nog het fatsoen met 4 te cuen, maar na mijn 5-bod sprong ook hij naar 6. Het hele spel:
Spel 4 | Noord | |
---|---|---|
W/Allen | AHV5 | |
AV72 | ||
9862 | ||
B | ||
976 | B4 | |
H1086 | B943 | |
1043 | H75 | |
964 | V1072 | |
10832 | ||
5 | ||
AVB | ||
AH853 |
West | Noord | Oost | Zuid |
---|---|---|---|
van Dort | Veugen | ||
pas | 1 | pas | 2 |
pas | 3SA | pas | 4 |
pas | 6 einde |
Thijs en ik hadden heel geleerd 2 geboden (als we 1 hadden geboden wandel je zo in 6). Ik sta wel achter 2 overigens, je hebt een mooi spel en je kan 2 nabieden om je 5–4 zwarte kleuren te vertellen. Behalve deze keer dan. Na 3SA heb je een enorm probleem, je kan 4 bieden, 4, 4SA of 6SA. Thijs en ik kozen allebei, alweer heel geleerd, voor 4. Ik zelf bood 4 omdat het nog wel groot slam kon zijn. En op dit spel had ik gelijk: Iwan speelde een dummy reversal door de klavers middels twee aftroevers hoog te spelen en maakte 3 klavers, twee introevers, AVB in dummy (al op de heer snijdend) en AHVx en A.
Grappig te zien dat twee paren die al jaren samenspelen eindigen in 6 met AVB tegenover vier kleintjes en hun prachtige 4–4 fit missen. Overigens, als Noord geen 3SA biedt maar 2 is het nog steeds lastig in 6 te komen. Ik zal op 2 al snel 3 bieden om mijn mooie steun aan te geven, partner biedt dan ongetwijfeld 3SA en je komt niet meer achter je -fit. Als je na 1–2 improviseert met 2SA, kom je wel achter je -fit want Zuid zal nu 3 bieden, maar zal nooit geloven dat Noord 16 punten heeft. Dus Geert en Iwan, ik zou zeggen een "ugly but useful 3NT".
Ik zal niet zeggen dat je altijd je kaart wetenschappelijk moet uitbieden, integendeel. Als je een hoge kleurenfit hebt ontdekt, biedt dan de manche als dat in de buurt is. Ga niet je kaart verder omschrijven en de vijand vertellen hoe ze moeten tegenspelen. Maar bij de vorige twee spellen wist je niet in welke kleursoort je moest spelen en op welk niveau (slam of manche?). Dan betaalt het om te onthaasten en je kaart te vertellen.
Een andere reden snel hoog te bieden is om druk op de ketel te zetten. Op spel 1 had ik
HB109432 |
V9765 |
– |
4 |
partner opende 1. Ik bood als een speer 4, want het is een illusie te denken dat je deze hand ooit kan aangeven en het zet druk op de tegenpartij. De vijand nam dit uit met 5, partner bood mooi 5 en we maakten dat gedoubleerd.