Spellen van de Week

Spel van de week 28 April — Bas van der Hoek

Computersimulaties

Je raapt als Noord op spel 2 op:

KJ963 K106 K10432

En je maakt je op om je eens stevig met het bieden te gaan bemoeien. Maar het gaat links 1, maat pas, rechts 4. Tot overmaat van ramp ben je kwetsbaar tegen niet. Hinderlijk! Durf je 4 te bieden met het risico om voor digitale aantallen (–1100) down te gaan? De meesten hebben 4 laten spelen, wat koud is. Twee heldhaftige paren zaten in 4 en werden voor hun moed beloond, in het ene geval door 4 ongedoubleerd te mogen spelen (–200) en in het andere geval ging hun tegenstander naar 5, eentje down.

Hoe goed is het nu om 4 te bieden? Ik zelf heb bridgen geleerd op de robbertafel om een tarief en tien jaar geleden zou het niet in mijn hoofd zijn opgekomen iets te bieden. Toch zie ik vaak mijn tegenstanders (meestal onder 25 jaar oud) met dit soort kaarten 4 bieden waarbij ze wonderdummies aantreffen en het vaak maken.

Tegenwoordig kan je deze situatie simuleren met een slim schudprogramma met bijbehorende double dummy analyser. Collega Willem jan en ik doen dat regelmatig. Hoe gaat dat in zijn werk? Je geeft de deler Oost de voorwaarden van een 1 harten opening (minstens vijfkaart harten; geen langere tweede kleur; geen 5–5 hoog; en 11 tot 19 punten). De volgende hand moet nu de condities hebben voor een PAS (geen opening met driekleurenspel met korte harten, geen lange kleur geschikt voor een volgbod, enz). De partner van de 1 openaar, West, geef je de condities voor een 4-bod. En tenslotte voer je Noord in (HB963 H106 H10432). Het programma genereert dan 1000 handen, en gaat vervolgens al die 1000 spellen double dummy afspelen in 4 harten in OW en tevens in 4 schoppen in NZ. Double dummy wil dus zeggen dat de computer met glazen kaarten af- en tegenspeelt, bij voorbeeld secce heren achter de aas laat vallen, maar ook altijd de beste uitkomst en later tegenspel kiest. (Terzijde: door spellen van grote toernooien ook met de computer te laten spelen en te vergelijken met de resultaten van de menselijke deelnemers is regelmatig vastgesteld dat gemiddeld (en ik herhaal gemiddeld) double dummy afspel een goed beeld geeft, vooral voor manches en slems.)

Het resultaat van mijn simulatie is een lijst van 1000 resultaten van 4 in OW en 4 in NZ. En wat blijkt voor bovenstaande hand? Je maakt 4 in 34% van de gevallen! 4 heeft 59% kans. 4 en 4 worden beiden gehaald in 12% van de gevallen. In 16% ga je voor 800 of meer down. Ik heb ook de IMP scores bekeken, en ben heel streng geweest voor NZ: als 4 down gaat wordt je altijd gedubbeld en als 4 er in zit wordt je nooit gedubbeld. Zelfs met deze draconisch strenge voorwaarden blijken de 4 bieders 500 impen meer te behalen op deze 1000 spellen dan de passers, een halve IMP plus per spel. Peanuts zullen jullie zeggen? Maar (i) de vijand verzuimt wel eens je 4 te doubleren als het down gaat en (ii) ze gaan wel eens naar 5, down. Overigens is de winst veel groter als we de kwetsbaarheid omdraaien (niet-tegen-wel), 3,5 IMPS per spel.

Als zo vaak blijkt: als de tegenstanders een fit hebben (in dit geval hebben ze meestal tien hartens samen) hebben wij ook een fit en is het sterk te overwegen om te bieden. Gek genoeg is de renonce harten niet zo gunstig, als je er twee of drie hebt heeft maat vaak een singelton en dus vaker schoppens mee.

Dat zelfs de meest ervaren paren wel eens in voor hen onbekende situaties mistasten bewees spel 17:

Spel 17 Noord
N/niemand A82
V109643
102
K7
6 VB754
B72 H8
AHV94 B6
AB103 V654
H1093
A5
8753
982

Het biedverloop:

Noord Oost Zuid West
Doyer Maas vd Hoek v Glabbeek
2 pas 2 pas
pas 2 pas 3
pas 4 einde

Dit weinig elegante contract ging vier down (ik was nog zo kakkerig het niet te doubleren). Wat is er gebeurd? Normaal is het cuebid van 3 een sterk inviterende -verhoging (of een ander sterk spel), en Willem jan interpreteerde dat ook als zodanig. Waar hij met zijn aasloze vrouwen-en-boeren hand de overwaarde zag om naar 4 te springen is mij onduidelijk, maar je mist niet graag een manche. Waarom is het nu in dit specifieke biedverloop onlogisch dit 3-cuebod als sterk inviterende verhoging te spelen? Ik zou zeggen, normaal pas je op een balancing bod (want vaak heeft partner op jouw kaart geboden), dus een verhoging naar 3 is altijd heel sterk, en dus moet het cuebod iets anders zijn. Daar komt nog bij dat een bod van drie laag op 2 niet sterk hoeft te zijn, dus met een goede hand zonder -stop moet je wat. Ik had overigens met de westhand in eerste instantie meteen 3 geboden (dan ben je er maar van af). Op het balancing bod van 2 is het 3-cuebod niet zo gek, als maat een -stop heeft is het zo maar 3SA.