Spel van de week 4 maart 2014 — Willem jan Maas
Voorjaarsdepressie
Het heeft ook allemaal geen zin ook. Ik kwam er vanochtend achter dat ik al belachelijk lang spel-van-de-week-stukjes schrijf voor de website van DBC, maar dat al het (goede) advies dat ik daar geef van tijd tot tijd helemaal niet doordringt, en dat een van de redenen waarom ik überhaupt spellen van de week beschrijf, namelijk dat mensen er wat van op zouden steken, een drogreden blijkt. In een stukje uit 2003(!) schreef ik al
… het "punten tellen" in de plaats van ouderwets beoordelingsvermogen (judgement) is gekomen in het moderne bridge. (…) Volkomen vlakke 12 (of 11) punters bestaande uit vrouwen en boeren (quacks zoals de Angelsaksen zeggen, een samentrekking van queens and jacks) zijn tegenwoordig routinematige openingen, terwijl prachtige kaarten niet geopend worden omdat er bijvoorbeeld maar 10 punten (of 8) in zitten.
Exhibit 1
Een aardig voorbeeld was spel 13. Omdat er van de 16 maal dat het spel gespeeld is maar liefst 6 rondpassen op de lijst stonden, betekent dat dat er 6 mensen in de zaal gezeten hebben die 1063 543 AH653 A2 niet geopend hebben. Om een of andere, zeer verontrustende, reden denk ik dat diezelfde mensen VB3 HB3 VB53 VB2 zonder blikken of blozen wel geopend zouden hebben.
We steken dus maar weer eens ouderwets van wal. Dit is misdadig. AH A is een opening. Niks meer en niks minder!
De puntentelling die wij gebruiken (A=4, H=3, etc.) is niet bijzonder goed, hij is alleen populair geworden omdat het makkelijk is. Er zijn heel veel aspecten die simpelweg niet in de puntentelling te vangen zijn. Een voorbeeld? Stel je hebt V732 V32 A32 532. Partner opent 1, jij zegt 1 en partner biedt 2. Dit is een saaie slechte hand, dus voorkeur geven met 2 is de enig juiste actie.
Heb je echter dezelfde distributie, weer een Aas en twee Vrouwen, ja zelfs dezelfde kleintjes, zoals 7532 A32 V32 V32, dan is die kaart vreselijk veel sterker. Waarom? omdat je in het eerste geval twee vrouwen hebt waarvan de waarde uiterst dubieus is, terwijl je in het tweede geval alleen maar plaatjes hebt die "er toe doen". In een vrolijke bui zou ik met de tweede hand dan ook 3 bieden.
Exhibit 2
Mijn tweede voorbeeld komt niet van de clubavond, maar uit het bridgeblad van deze maand. Iemand stelde daar de vraag "Mag je reverse bieden met te weinig punten?" Uit deze vraag blijkt ook weer dat aan punten veel te veel gewicht toegekend wordt. Nu wordt er in het algemeen vrij vaag gedacht over een reverse. Blijkbaar slaagt het bridgedocentencorps er niet in dit eenvoudig en correct uit te leggen. De leraar in mij noopt mij toch nog een keer een poging te wagen.
Wat is een reverse?
Een reverse is een bod (zonder sprong!) waarbij de kleuren in een dusdanige volgorde geboden worden dat de antwoordende hand pas op 3 niveau voorkeur kan geven voor de eerste kleur.
Een voorbeeld? Stel het bieden gaat
1-1
2
Dit is een reverse, want als de antwoordende hand voorkeur wil geven voor de eerste kleur van de maat moet-ie naar 3 niveau.
Om die reden is
1-1
2
geen reverse, want je kunt als antwoordende hand nog 2 bieden.
Ten slotte is
1-1
2
geen reverse, maar een sprong in een nieuwe kleur en (dus) mancheforcing.
Hoe sterk moet je zijn om reverse te bieden?
Je moet wel overwaarde hebben om reverse te bieden, want de boodschap is "Partner, als jij niks meer hebt dan voorkeur voor mijn eerste kleur, ben ik sterk genoeg om op 3 niveau te spelen." een reverse is dus wel forcing, maar zeker niet mancheforcing.
En dan nu de hamvraag… Mag je reverse bieden zonder de vereiste hoeveelheid punten?
Ik hoop dat iedereen na het voorgaande het antwoord kan geven. Even nadenken! Ja natuurlijk mag dat, want het "enige" dat je belooft is een voldoend mooie hand om tegenover voorkeur op 3 niveau te spelen.
Dus met 2 AV932 AH9853 2, is er geen enkele reden om na 1-1 niet 2 te bieden.
Ter zijde, veel expertparen gebruiken 3 in dit biedverloop om een "minimum" 6-5 aan te geven, maar dat is een kwestie van afspraak.
Ten slotte
Ik heb een gerucht gehoord (let wel, een gerucht, voor de waarheid kan niet worden ingestaan), dat de TC aan het bestuderen is of het zinvol is om de garantiescore van een paar af te laten hangen van het gemiddelde van hun schoenmaat. Belachelijk zegt u? Toch komt dat sterk overeen met wat nu gebruikelijk is in de kampioenscompetitie. Daar wordt de garantiescore bij afwezigheid bepaald door iemand's resultaat in competities die daar niets mee te maken hebben, namelijk of je in de A of de B lijn zat voordat de kampioenscompetitie begon. Als we dat eenmaal een goed idee vinden, lijkt die schoenmaat zo'n gek idee nog niet. Het is weer eens wat anders.