you also miss the sense of where you are going and why.
Eddie Cantor (1892 - 1964)
Ik wordt steeds blijer als ik terugdenk aan het versturen van mijn 1e ‘Vraag en Antwoord’ voor de DBC website. Paul was op vakantie en ik had als tip gekregen dat het ook via Jos van Kan kon. Dus ik Jos mailen… niet wetende dat ik voortaan als “Dr. Frank” door het leven zou gaan.
Maar goed, we kunnen er lang en kort bij stil staan, maar het feit is dat er een tweetal vragen te beantwoorden is. Voordat we daar aan beginnen nog een vervolg op mijn poll-uitslag. Naast alle leuke reacties (bedankt daarvoor!) was er ook nog inhoudelijk iets te melden:
JP:Hoi Frank, ik heb na enig zoekwerk nog een zeer bruikbare pagina gevonden met een hoop expert-meningen over snijden vs slaan. Het is weliswaar niet precies de klaverholding van het besproken probleem, maar als leidraad is het artikel zeer lezenswaardig. Zijdelings wordt hier ook nog even mijn vermelde vermoede sla-percentage (52-48) bevestigd.
Het artikel is in het Engels, maar dat mag de pret niet drukken.
http://www.districtsix.org/Articles/Article%202006-12.aspx
Groeten!Dank je JP, is inderdaad een leuke toevoeging over de meningen van experts (wel veel leeswerk). Ook hebben we iemand in ons midden die meer van getallen weet dan ik:
Jos:Ha Frank,
Ik mis mijn bijdrage; heeft Paul die er vanaf gescheurd? :-)Nee Jos, die is vergeten en vervolgens zoekgeraakt door ondergetekende. Mea maxima culpa, ik hoop dat je het me kunt vergeven. Ik heb wel eens gehoord dat alle briljante geesten ietwat chaotisch zijn. Zullen we het daar maar op houden?
Volgens mij had Jos had het over zelfmoordbieden van Oost, vond hij het lastig, maar deed het uiteindelijk goed door te bedenken dat Oost (waarschijnlijk) niet achterlijk was en nooit klaverQx zou hebben in dit biedverloop. Help je me herinneren dat je een biertje van me krijgt om het goed te maken?
Verder: o, o, die kansrekening...
Als je in de tweede troefronde 3 kaarten hebt gezien zijn er inderdaad nog maar twee mogelijkheden: W heeft de derde troef of O heeft hem. Maar die kansen zijn niet gelijk, *omdat je de resterende kaarten ook nog moet verdelen.* Als je van de rest van de distributie niets weet, en W heeft de derde troef, dan zijn er voor de resterende 10 kaarten bij hem nog C(22,10) = 22!/(10!12!) mogelijkheden (het aantal manieren om 10 dingen uit 22 te kiezen), als O de derde troef heeft zijn er nog 11 kaarten te verdelen voor W, dat kan op C(22,11) manieren.De verhouding tussen deze aantallen is gelijk aan de verhouding van de kansen, dus p_10/p_11=(11!11!)/(10!12!)=11/12. Omdat p_10+p_11=1 is dus p_10=11/23 en p_11=12/23. (Nu pak ik mijn calculator erbij) p_10=47,8% en p_11=52,2%. Hetzelfde antwoord krijg je met de open plaatsenregel: voor de resterende klaver heeft W 11 open plaatsen en O 12. De kans om de derde troef bij W aan te treffen is dus 11/12 maal de kans om hem bij O aan te treffen.
In dit geval weet je bijna zeker, dat O een 6 kaart H heeft en W een vijfkaart *en dat maakt het aantal open plaatsen in beide handen gelijk!*. Dus nu is de kans echt 50-50 geworden! (Dit voor de eight ever nine never adepten: als je niks weet (behalve deze regel) OK, maar als je ook maar één extra kaart weet in de O hand is snijden vs slaan 50-50 en als je twee extra kaarten weet is snijden kansrijker.) In dit geval geeft het feit dat O er bij deze kwetsbaarheid er nog de vierde H aanplakt de doorslag, dat is eenvoudig zelfmoord met een 3-6-2-2 en onvoorstelbaar op het gegeven niveau.
Groeten, Jos.Kijk eens aan… dank! De eerste keer dat ik je verhaal las heb ik alleen gezien: “Dus nu is de kans echt 50-50 geworden!” en heb ik mijzelf een schouderklopje gegeven voor mijn natte-vinger inschatting van de 50-50. Daarna heb ik de wiskundige benadering serieus doorgelezen en ben ik blij dat ik het niet zelf had hoeven verzinnen. Ik hoop dat ik vaker gebruik mag maken van je rekenkunsten als het gaat om het aantoonbaar maken van ‘de beste kans’. Bij deze ingeboekt :-)
En dan nu over naar de orde van de dag:
1) 2/1 Biedprobleem
Hooggeachte Dokter Frank,
hoe moeten de onderstaande handen geboden worden:
|
Mijn partner en ik boden:
Spel: 1, Noord/Niemand | |||
Zuid | West | Noord | Oost |
1 | pas | 1SA1 | pas |
3 | pas | 42 | einde |
1. forcing, wij spelen 2/1 GF 2. dit is denken wij 10-12 met een 3krt steun |
Ik paste nogal reflexmatig op 4schoppen (waarschijnlijk een bijverschijnsel van een aantal intensieve behandelingen in de paskliniek van Dr Van der Hoek).
punt U Uw medisch advies geven in deze?
Met vriendelijke groet,Ronald
Beste Ronald,
Het lijkt mij het beste om te beginnen met een wetenschappelijke benadering van de term “reflex”.Zonder een heel verhaal te houden komt het neer op: “Een snelle, (on)bewuste, beweging die je vrijwel zonder vertraging maakt als reactie op een prikkel.” Oftewel, graag met terugwerkende kracht je rechter tegenstander terechtwijzen dat hij/zij niet de 10-secondenregel in acht heeft genomen.
Voordat ik verder inhoudelijk in ga op je vraag, wil ik graag de kanttekening maken dat ik het probleem in z’n algemeenheid zal beantwoorden. Dat wil zeggen, niet rekeninghoudend met de door jou ondergane behandelingen in de paskliniek van mijn geachte collega Dr. v.d. Hoek. Niet dat ik dit niet wil, maar het is voor mij moeilijk om de mate van invloed te bepalen omdat ik zelf nooit het genoegen heb gehad om aan den lijve te ondervinden wat de invloed is van zijn visie.
Er zijn twee dingen die ik aan wil stippen. 1) Het sprongbieden na 1Y-1Z en;2) Het vervolgbieden na 1Y-1Z//3X.
Deel 1) Wanneer spring je na 1Y-1Z?Relatief simpel: een sprong in een nieuwe kleur doe je alleen als je sterk bent, MF tegenover de 6+HCP van je maat. Waarom? Omdat je een nieuwe kleur biedt op 3-niveau, en Berry, Sint & Schipperheijn of weetikveelwie hebben ons vroeger al geleerd dat een nieuwe kleur op 3-niveau mancheforcing is.
Is het terecht dat Zuid met deze hand 3harten biedt?
Ja.Je bent sterk genoeg voor de manche en je hebt een 2e kleur om te bieden. Als partner fit heeft in 1 van je kleuren wil je sowieso de manche spelen. De grote moeilijkheid hierin is de verdeling die je hebt (partner zal eerder een 5+schoppen-5harten hand verwachten dan een 6-4 met zéér goede schoppens), maar mijn verhaal gaat te lang worden om daar verder op in te gaan. Voor de nieuwschierigen heb ik nog wel wat biedspeelgoed ter beschikking.
Deel 2)Het vervolgbieden na 1Y-1Z//3X staat bij mij in de kast onder de kop: “Standaard Biedmisverstanden”, omdat er naar mijn weten nog nooit iemand is opgestaan die de moeite heeft genomen om hier iets zinnigs over te zeggen. Ik zal dus de stoute schoenen aantrekken en proberen er iets moois van te maken. De zinnigheid van mijn relaas hieronder laat ik graag aan jouw/jullie beoordeling over.
Het grote probleem van bieden na (bijvoorbeeld) 1schoppen-1SA//3harten is het gebrek aan biedruimte. Om te weten hoe je de beperkte biedruimte wilt gebruiken is het noodzakelijk jezelf de vraag te stellen: "Wat is mijn doel in het bieden?", waarin prioriteit 1 is dat je in de goede speelsoort terecht komt. Prioriteit 2 is op het goede niveau.
In mijn idee heb je na 1schoppen-1SA/3harten nog 3 soorten handen over:
1) Handen waarmee je niet weet welke manche je wilt spelen;
2) Handen waarmee je wél weet welke manche je wilt spelen;
3) Handen waarmee je een slempoging wilt doen in een van de hoge kleuren.
Omdat je niet voldoende ruimte hebt om alles tot in detail uit te zoeken moet je genoegen nemen met bovenstaande 3 handen. Je kunt bijvoorbeeld geen eigen lage kleur meer aanbieden, maar dat kan nooit heel erg zijn. Daarom biedt je met 1) 3schoppen, met 2) de manche die je wilt spelen (3SA of 5Major), en met 3) 4minor (4klaver voor de hartens / 4ruiten voor de schoppens).
Dit kun je doortrekken naar alle 1Y-1Z/3X situaties! Ik noem er een een paar:Na 1ruiten-1schoppen//3klaver:
- 3harten = 'ik weet niet welke manche'
- 3schoppen = extra lengte (6+krt)
- 3SA = to play
- 4m = slempoging in de geboden minor
1harten-1schoppen//3ruiten:- 3harten = 'ik weet niet welke manche'
- 3schoppen = extra lengte (6+krt)
- 3SA = to play
- 4klaver = slempoging harten
- 4ruiten = slempoging ruiten
- 4M = to play
1schoppen-1SA//3harten:- 3schoppen = 'ik weet niet welke manche'
- 3SA = to play
- 4klaver = slempoging harten
- 4ruiten = slempoging schoppen
- 4M = to play
Hoe biedt je dan naar 7schoppen? Nou, zo:Spel: 2, Oost/NZ | |||
Zuid | West | Noord | Oost |
1 | pas | 1SA1 | pas |
3 | pas | 42 | pas |
43 | pas | 4SA4 | pas |
55 | pas | 56 | pas |
67 | pas | 78 | einde |
1. forcing 2. slempoging in schoppen 3. positieve hand --> niet per se cue! 4. RKCB 5. 0 of 3 keycards 6. heb je troefvrouw? 7. ja, én ruiten heer 8. moet kansen hebben |