Openingsbod - 19 april 2011 - Henk den Boer
Onder leiding van onze hoofd opleidingen, Kees Schipper, zijn enkele bridge regels geleerd bij onze C-lijn, eerder genoemd de beginnerslijn. Ik stel voor dat we de C-lijners geen beginners meer noemen, want in een beginnersdrive blijken ze de echte beginners weg te kunnen spelen, dus we mogen al spreken over bridgers met enige ervaring.
Een van de eerste regels in bridge gaat over de opening: wanneer mag je openen? De regel is vanaf 13 punten. Het leuke aan bridge dat bridgeregels er wel zijn, maar dat deze regelmatig aan de laars gelapt moeten worden. In het taaltje van de bridgers spreekt men wel over puntenkul, waarmee bedoeld wordt: tel niet alleen je punten, maar kijk goed naar de situatie, naar de kaartverdelingen en pas je oordeel over de kracht van je hand aan aan de bieding. Er zijn ook regels bedacht om een steuntje in de rug te geven (en zijn dus nooit bedoeld als wetten!): De regel van 15 en de regel van 20.
Laat nu spel 1 alle elementen bevatten voor een illustratie van al deze regels.
De regels van 20 en van 15
|
| West | Noord | Oost | Zuid |
| John Aerts | Janneke Gronsveld | Ans Theissen | Jan Gronsveld |
| -- | pas | pas | pas |
1 | 1 | 2 | 3 |
| pas | 4 | einde |
In de A- en B-lijn speelt waarschijnlijk iedereen een zogenoemde zwakke twee als een van de openingsmogelijk op 2-niveau. Met de noord hand wordt dan 2 of 2 (multi) geopend. Dat openingsbod duidt op een 6 kaart in of, in geval van een Multi 2 opening, een hoge kleur ( of of een heel sterke hand. Daarna zal zuid al of niet via een omweg 4 sch bieden. En dat terwijl NZ samen maar 20 punten hebben! In het openingsrepertoire van het leerboekje van Berry Westra past echter geen zwakke twee opening, dus op spel 1 kwamen zowel Jannie en Jan niet in eerste instantie in de bieding. Erg knap dat ze na de 1 opening van John toch nog 4 hebben bereikt; dit spel droeg er toe dat zij terecht de (gedeelde) winnaar van de avond waren.
Maar (ik moet om huiselijke geroezemoes te voorkomen me nu in uiterst diplomatieke taal hullen) wat te zeggen van de opening door Ans respectievelijk John?
De regel van 20
Als je minder dan 13 punten hebt, lijkt een hand toch een opening waard. Bijvoorbeeld omdat de kleurverdeling heel aantrekkelijk is en de punten vooral in de lange kleuren zitten. Zo lijkt de Oost hand een aardige hand, ondanks de slechts 11 punten. Daar is in de vorm van de regel van 20 een hulpmiddeltje voor: je kan openen wanneer het aantal punten opgeteld met de lengte van je twee langste kleuren 20 of meer is. De oost hand is dan 21 (11 punten en 10 van de twee langste kleuren) en een openingsbod is dan te overwegen. Omdat de kracht vooral in de lange kleuren zit, kan in dit geval mijns inziens geopend worden (met 1.
De regel van 15
Kijken we naar de hand van west nadat drie keer is gepast. Hou je de bieding open of pas je? John keek vooral naar zijn mooie kleur en opende met 1. Zoals al gezegd gaf dit een kans aan Jannie en Jan die ze gretig aanpakten. Ook voor de beslissing om op de vierde hand, dus na drie keer pas, wel of niet te openen, is een eenvoudige regel bedacht. Basisgedachte is dat in een hand waarbij de punten ongeveer 20-20 verdeeld zijn, het paar met een fit de bieding zal kunnen winnen. Daarom is de regel van 15 bedacht, nogmaals alleen voor de vierde positie na drie keer pas. Deze regel houdt in dat je pas kunt openen met 15 waarbij je het aantal punten optelt bij het aantal in je hand. In dit geval had de west hand slechts 10 in totaal en zou dus op basis van deze regel gegrond kunnen passen.
Kaartwaardering
|
In de C-lijn werd 2 keer 3 en 1 keer 2 sa uitgeboden door NZ. In de A- en B-lijn werd vrijwel altijd 4 uitgeboden en zelfs een paar keer 6 . Stel met de Zuid-hand
wordt 1 
geopend (dit mag volgens de regel van 20, ondanks de slechts 12 punten), Noord antwoordt 1 en Oost volgt met 2 . Nu komt het er op aan dat vooral Noord de hand goed taxeert. Tien punten, een 6-5 verdeling en tweekaart met honneur in partners kleur en een renonce in de kleur die de tegenstanders bieden is een sterke hand. Noord is sterk genoeg om, na eerste ha te hebben geboden, zelf op 2 of 3 niveau de sc kleur te introduceren. Dit zogenoemde reverse bieden (reverse bieden is in tweede instantie een hogere kleur bieden dan de kleur die je in eerste instantie hebt geboden) duidt op een sterke hand. Zuid heeft dan weinig moeite om de bal in te koppen naar 4 .
Met nauwkeurigheid naar 10 slagen
|
Tot slot een spel waarin waarschijnlijk de meeste paren met de NZ handen een contract uitbieden. Zo ook in de C-lijn. Fred Eckhardt (voor de gelegenheid spelend met Wim Lotgering, samen met Jannie en Jan gedeeld winnaar) maakte als Noord 10 slagen en de andere twee leiders in de C-lijn 9 slagen. Een knap staaltje om 10 slagen te maken, het geheim is om naar de Hx te spelen en om later 2 introevers te maken. In de A- en B-lijn (met allemaal doorgewinterde bridgespelers) werd op deze manier ook 10 slagen gemaakt in de contracten. Prima werk dus van Fred om zich te kunnen meten met de A- en B-lijn spelers.