Butler -- 12 oktober 2010 -- Henk den Boer

Na de 1e parencompetitie, nu een butlercompetitie. Met de viertallencompetities in het vooruitzicht een prima oefening.

Kaartwaardering

We [Ger en ik] speelden de spellen 6-10 tegen Henk de Vries en Paul Breukel. De spellen 6 en 9 leken wel heel erg op elkaar. Tal van biedtheoretische aspecten is aan deze spellen te ontdekken.

Vergelijk eens de Oost handen: op spel 6 opende Henk de Vries 1 en op spel 9 2[Multi]. Dit lijkt mij een kwestie van puntenkul. De Oosthand in spel 6 telt 11 punten en in spel 9 slechts 10 punten, toch is de hand in spel 6 m.i. iets beter: de puntenkracht is geconcentreerd in de lange kleuren. Als je spel 6 met 1 opent, dan ligt het voor de hand om spel 9 ook met 1 te openen. Op spel 9 was dan waarschijnlijk dat Paul en Henk niet stopten bij 5 van NZ, maar 5 zouden uitbieden. Beide spellen leverde ons veel op, respectievelijk 11 en 10 IMPs. Dit was in beide spellen te danken aan het bieden van Ger.Nadat 4 was uitgeboden, hield hij de bieding open met een D. Twee keer een goede actie.

Op spel 6 was het eindcontract in de A-lijn 3 keer 5 [1 keer zelfs gemaakt] en 4 keer 4. In de B-lijn was alle keren 4 het eindcontract. Opvallend dat met de Z-hand zo weinig keer actie werd ondernomen na 4 Op spel 9 werd ook 4e rg weinig uitgenomen [wel gedoubleerd overigens]. Na de 2 opening paste Ger eerst [een D geeft aan een gebalanceerde hand met 13-15 punten of een sterke hand met allerlei verdelingen] en op 4 gaf hij een D. Dit moest wel een uitgesteld informatiedoublet op de kleur zijn. Voor mij geen enkele reden om te passen [wat kennelijk diverse N spelers wel deden!], ik bood 4SA om Ger de gelegenheid te geven zijn sterkste lage kleur te bieden.

Een Arkesteijn special

Op dit spel mochten in de A- en B-lijn diverse OW paren 3SA uitbieden en afspelen. Zo niet aan onze tafel. De gebroeders lieten hoe de IMPs gewonnen kunnen worden: Wim opende met 4 En Gerard dubbelde nog maar eens de 5 Na 4 konden Ger en ik niet meer in de enig haalbare manche [4SA] komen. Direct 4SA bij Ger zou de lage kleuren aanduiden en 4 sa na eerst een D en 4 van Oost zou RKC zijn.

Het toont dat een preemptieve opening op 4 niveau lastig te bespelen is.

Niet altijd is een dwang nodig

Dit was een minder spel van de gebroeders. Ze boden geen slem uit. Het afspel in de Butler is dan minder interessant. In de A-lijn zaten twee vermetele paren in zelfs groot slem: 7 Eén keer down, één keer gemaakt. Stel er wordt gestart met troef [een standaard uitkomst tegen een groot slem]. Een betrekkelijk veilige speelwijze is om de te proberen te ontwikkelen, niet door een snit op V, maar door AH te spelen, nog een keer troef en dan door die hoog wordt getroefd in N indien West nog kan volgen. In dit geval heeft West geen 3e en kan de leider laag introeven en vervolgens nog een keer een aftroeven. Dit is de simpele methode. De leuke methode is via een dwang. Oost kan in een 3 kleuren dwang gebracht worden. Dit gaat als volgt: eerst zogenaamd veilig 3x troef spelen [Oost gooit verplicht een af], dan 3 keer met een aftroever in Noord. Naar de hand met V en dan is weer een mooie dwangpositie bereikt als de leider de laatste troef uitspeelt. Maar toegegeven: het is wel een beetje gokken of je moet snijden op B of de moet slaan. Dus toch maar de eerste variant. Dat kan bovendien zonder een snit op H!