A game of inches - 20 januari - Jos van Kan
Never give a inch
Ken Kesey, Sometimes a great notion
Sorry, sorry, sorry. Ik zou vorige week al het stukje van de week schrijven, maar toen kwam er helemaal niks van en deze week... Woensdag vergaderen met de Stichting Kunstdoelen Delft, donderdag bridgecursus (nee, geven), vrijdag bar staan in het filmhuis en zaterdag moest ik absoluut
Danielle de Niese zien en horen in Orpheus en Euridice van Gluck vanuit de Met in New York rechtstreeks uitgezonden naar een heleboel bioscopen. Danielle ziet er uit als een filmster en zingt als een nachtegaal, enfin, kijk en luister zelf maar.
Vandaar, dat ik nu pas tijd heb voor het stukje. Nou, Wim Lotgering had weer eens als vanouds zijn best gedaan en het eerste het beste spel tegen Gert en Jaap vlogen we al weer gierend uit de bocht:
Spel: 8 West Niemand
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
West | Noord | Oost | Zuid |
Jos van Kan | Gert Olsder | Paul van Raaij | Jaap Brulleman |
pas | 4 | 4 | 5 |
pas | pas | dbl | einde |
Gert opende een offbeat 4
in de tweede hand, Paul had een normale 4
en Jaap taxeerde zijn offensieve waarden kennelijk hoger dan zijn defensieve. Toen Paul het eindcontract doubleerde heb ik er lang naar gekeken, want mijn lange
s hebben defensief alleen maar negatieve waarde, maar uiteindelijk besloot ik onder het motto "only Jesus saves" toch maar te passen. Dat was niet goed, waaruit maar weer blijkt, dat ik weinig verstand heb van religie. Toen Gert er niet in slaagde de secce troefheer te laten ploffen, was het maar -650 en -6 impen, want vier magicians wisten in de A-lijn twaalf slagen te maken in een
contract, waarvan twee ook daadwerkelijk het slam hadden geboden.
Voor dit soort spellen is Butler eigenlijk geen geschikte scoringsmethode, want als je naar de uitslagen kijkt zie je dat de uitersten (+1210 en -110) 24 impen van elkaar verschillen! In crossimps zou dat verschil 1320 zijn oftewel 16 impen. Dat scheelt nogal wat.
Inches
Maar er ging ook wel eens wat goed. Tegen John en Ingrid hadden we een scherpe manche:
Spel: 18 Oost NZ
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Noord | Oost | Zuid | West |
Paul van Raaij | John van der Meij | Jos van Kan | Ingrid van Schagen |
-- | 1 | 1 | pas |
21 | pas | 22 | pas |
3 | pas | 4 | einde |
1. hartenkleur 2. wil liever 2s dan 2h spelen
|
Wij waren de enigen die deze manche boden, maar vrijwel iedereen maakte 10 of meer slagen in
. Het bieden is interessant: wij spelen Rubens-advances over een volgbod (vanaf cuebid is alles transfer tot en met twee onder de volgkleur), zodat de partner van de volgbieder zowel in zijn eigen kleur kan eindigen, als een verhoging geven met een bakkleurtje, zoals hier. Dat pakte wonderwel uit. Na een
start zijn er eigenlijk geen problemen meer, omdat de
snit waarschijnlijk goed zit. Zelfs als de
snit mis zit kan Oost eigenlijk geen kwaad uitrichten. De enige start die een probleem zou kunnen geven is
onder het aas vandaan... Ik zeg dan altijd: als zij met open kaarten mogen verdedigen mag ik met open kaarten spelen. Maar zoals het nu zit overleef je zelfs dat, want beide cruciale heren zitten goed. Na
H en
na eindigde ik met 12 slagen.
Inches(2)
Wat minder ging het op spel 21 tegen Rob de Vries en Irene Brulleman:
Spel: 21 Noord NZ
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Rob (N) startte de vijandelijkheden met een multi 2
, en hij converteerde Irene's 2
naar 2
, waarop Paul (O) een geïnspireerd doublet losliet. Ik kon nauwelijks minder bieden dan 4
, wat ook het eindcontract werd. Na
start heb je hierin een vaste
-,
- en
verliezer, als je tenminste de
s goed doet. Dan gaat het erom geen troefslag te verliezen en vertrouwend op de open-plaatsen-theorie (Noord 7, Zuid 10) sneed ik vol vertrouwen op
vrouw voor -1 en 2 imps verlies. Te veel weten is ook niet goed...