Spel van de week

Spel van de week - 4 januari

Writer's block

Ik moet u iets opbiechten... Ondanks dat mijn collega's er van uit gaan dat ik er wel in zal slagen elke week een stukje op te hoesten, moet het mij van het hart dat ik een beetje begin te lijden aan writer's block. Het kost elke week weer meer moeite om een acceptabel stukje uit de pen, nou ja, uit het toetsenbord te laten rollen. Wat daar aan meedoet is ongetwijfeld dat ik de laatste paar weken moeite heb om me te concentreren op DBC. (2 keer 46% moet ergens vandaan komen nietwaar).

Na al dit geklaag moet ik zeggen dat er dinsdag wel weer een aantal leuke spellen voorbij kwamen. Eén daarvan was spel 12. Bij ons gebeurde dit.

 

12 W/NZ 6   West Noord Oost Zuid
AJ943 1 (1) 2 (2) 2 (3) pas (4)
108752 3 (5) pas 3 (6) DBL (7)
74 pas pas pas  
Aj972 Q104        
K2 Q10865        
3 Q94        
K10953 Q8        
  K853          
7
AKJ6
AJ62

De bieding was enthousiast:

  1. Een lichte opening, maar zeker niet te licht. De kaart heeft alles: speelkracht, verdediging, weinig losers, eigenlijk alles behalve punten. Ik heb al eens eerder geschreven over de corrumperende invloed van puntentellen. Voor een muiderberg is de kaart natuurlijk veel te sterk.
  2. Het is niet aan mij om het bod te bekritiseren, maar laat ik volstaan met opmerken dat je een heel begrijpende partner nodig hebt.
  3. Automatisch, ondanks het feit dat we geen negatief doublet spelen. Je hebt te veel schoppens en een te eenzijdige kaart om wat anders te doen. Stel je doubleert, de tegenstanders bieden, bijvoorbeeld 3 laag en je partner doubleert, ben je dan tevreden?
  4. Zuid toont dat hij heel begrijpend is. Ik had de verleiding om 3SA te bieden niet kunnen weerstaan.
  5. Short suit trial. West doet een manchepoging, optimistisch, maar te begrijpen. Een heel verschil van evaluatie tussen de muiderbergers en deze speelster.
  6. De kaart wordt er niet mooier op. De hartens dragen niet bij, Q is waardeloos, kortom het wordt minder en minder. Niet aannemen dus, ondanks de 8 punten.
  7. Het is Zuid nu ver genoeg gegaan.

Noord kwam uit met A en na getroefd. Zuid pakte A en speelde omdat hij dacht dat zijn partner "iets" zou hebben voor zijn volgbod een kleine klaver. Die liep naar de 8. De leider speelde troef Q, die hield en ging in de denktank. Als de troeven nu 4-1 zitten moet ze zeker klaver spelen met het idee om nog een klaver te troeven. Met de troeven 3-2 mag de tweede klaver niet getroefd worden. (Leg de variaties maar eens uit.) het lijkt er dus op dat de leider erop moet vertrouwen dat ze kan raden hoe het zit. In de praktijk werkt met klaver vervolgen omdat Noord niet kan troeven.

Er is echter een grappige mogelijkheid die in de praktijk vaker voorkomt dan je denkt, maar die vaak, evenals hier, niet hoort te werken. West moet na klaver 8 uit dummy Q spelen. Zuid wordt dan gedwongen om te laten zien hoe de troef zit. Troeft hij laag dan weet je dat hij van huis uit Kxxx had, troeft hij met de heer dan lijkt Kxx waarschijnlijker. (Bovendien geeft het niet als hij dan toch Kxxx blijkt te hebben gehad.) Het spelen van Q levert dus geen slag op, maar levert informatie op. Iets om te onthouden.

Hier is echter een kanttekening bij te maken. Als Zuid oplet, dan weet hij dat de distributie van West 5-2-1-5 is. Dat betekent dat het enige dat weg kan op Q een winnende klaver is. Een goede Zuid troeft dus niet! Hierdoor moet West weer taxeren hoe het zit en zijn we weer terug bij af.

Willem jan Maas