Spel van het weekend -16 november 2004-Jos van Kan
Stel je staat voor een open goal, maar je schiet de bal over. Ga je dan naar de scheidsrechter om te zeggen "Maar je moet hem tellen, want ik had hem er eigenlijk in willen schieten!", gevolgd door het onvermijdelijke hondenlichaamsdeel, dat nou eenmaal de aanspreektitel van een scheidsrechter is? Toch gebeurde er zondag iets vergelijkbaars: Paul zit in 4X en de uitkomst is V. De dummy heeft Hxx en de derde man Axx. Paul legt de H en de derde man... klein. De slag gaat dicht en Paul vervolgt zijn miraculeuze speelplan met een troefje van tafel, waarop de derde man wakker wordt en zegt, dat hij de bal er eigenlijk in had willen schieten, ehh, dat hij had verstaan dat Paul "klein" had gezegd. Nou ja, zeg. Arbiter erbij, maar ja, de spelregels zijn duidelijk zat, je moet opletten. In bridge is het dan gebruikelijk om niet as over je eigen hoofd uit te strooien, maar de tegenpartij voor onsportief uit te maken.
De wedstrijd eindigt in 25-3 en na afloop komt de captain van de tegenpartij vragen of het contract toch niet voor -100 kan worden geschreven, "omdat het voor onze score niks uitmaakt". Paul was onverbiddelijk. Terecht stelde hij, dat het voor onze score niks uitmaakte, maar wel voor alle concurrenten en dat niet opletten, verzaken of een snit niet nemen hetzelfde type fout is, dat allemaal kost.
Tijd voor een spelletje. Je hebt